In het OCMW probeer ik een houvast te bieden aan mensen die het tijdelijk moeilijk hebben. Het leefloon en andere vormen van steun dienen om mensen aan boord te houden om ze tijdelijk een moeilijke periode te helpen overbruggen. Het is aan boord houden en niet van boord jagen om dan te verdrinken. Een mens is niet altijd de meester van zijn lot en kan door omstandigheden in armoede terecht komen: werkloosheid, faillissement, ziekte, alleenstaande ouders, scheidingen, de overdrukke tijdsgeest, eenzaamheid, verdriet…
Ik weiger vanuit een ivoren-toren-mentaliteit met het populisme mee te schreeuwen dat alle leefloners, zieken, werklozen… luieriken en profiteurs zijn. Ik was wel één van de eersten om voor te stellen dat fraude en misbruik moeten bestreden worden met een speciale controlecel, die actief is sinds 1 november 2013.
Als christendemocraat maak ik nogal eens de vergelijking met een wielerkoers en de commentaren van de toeschouwers aan de kant van de weg:
• Bij het toekennen van leefloon en andere vormen van hulp denk ik aan de sportbestuurder en zijn technici die hun renners in nood opvangen, opnieuw op de fiets helpen, uit de wind zetten om ze zo opnieuw in het peloton te laten aansluiten opgewacht en gesteund door ploegmaats.
• Werkloosheid, ziekte, invaliditeit… Bij brute pech of door een ernstige valpartij, kan de renner soms niet meer verder en moet hij noodgedwongen de rennersbus of de bezemwagen in; in sommige gevallen afgevoerd naar het ziekenhuis. Hopelijk kan hij dan na een tijd terugkeren in het peloton, maar het kan ook definitief gedaan zijn met koersen.
• Er zijn ook gevallen met het nodige talent en de wil om te slagen, maar die door allerlei omstandigheden de middelen niet hebben om te lukken; zonder fiets kan men niet koersen. Hier moeten we materiële bijstand verlenen en degelijke opleidingen aanbieden. Het zou jammer zijn dat mensen met talent en wilskracht moeten opgeven.
• Sommige mensen beschikken echter niet over de vaardigheden om productief mee te werken in de maatschappij. Ook voor hen moeten we zorgen omdat alle mensen belangrijk zijn. Als christendemocraten mogen we niemand achterlaten.
De commentaren aan de kant van de weg zijn dikwijls aanmoedigend en begrijpend. Gelukkig maar. Soms hoor ik echter kreten zoals “luieriken” en “profiteurs”… en ja, die zijn er, maar we gaan toch niet iedereen over dezelfde kam scheren.
Sommige commentaargevers en partijen wensen zo min mogelijk tijd en geld te verspillen aan mensen in nood: geen materiaalwagens, geen bezemwagens; wij investeren alleen in diegenen die meekunnen; dat die anderen aan de kant van de weg hun plan trekken; het is allemaal hun eigen schuld; in achterblijvers en kanslozen wordt niet geïnvesteerd.
Ik kan u verzekeren dat het niet altijd gemakkelijk is om tegen deze stroming in te varen.
Ja, de wereld is een wielerkoers. Elk trapt met zijn eigen mogelijkheden en beperkingen en soms zitten de omstandigheden echt niet mee; sommigen geraken zelfs niet aan de startlijn.
Arnold Van de Perre
OCMW-raadslid in Aalst